LOKERSE FEESTEN 2014, DAG 5

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

LOKERSE FEESTEN 2014, DAG 5

Bericht door Guess Who s Ozzy »

LOKERSE FEESTEN, DAG 5, 5 augustus 2014

De Lokerse Feesten blazen dit jaar 40 kaarsjes uit, en dus werd extra diep in de buidel getast om een absolute top (lees peperdure) act naar de Grote Kaai te halen. Met Neil Young & Crazy Horse haalde deze jubileumeditie meteen één van de grootste iconen uit de rockgeschiedenis binnen, waardoor de organisatie reeds in december vorig jaar het bordje ‘uitverkocht’ mocht bovenhalen voor dag 5 van het festival.
Dat er afgelopen dinsdag nog drie andere bands naar Lokeren waren afgezakt leek voor de meeste toeschouwers op de wel heel erg dicht bevolkte Grote Kaai louter bijzaak. Mede door een monsterfile vanaf de afrit Lokeren zagen we alvast de etherische folk van The Bony King Of Nowhere en de tenenkrullende stadionrock van Lonely The Brave door de neus geboord.
Voor Tom Van Laere aka ADMIRAL FREEBEE (***) moet het van kleins af aan een (natte) jongensdroom geweest zijn om ooit in het voorprogramma van zijn Canadese held te mogen staan. De Admiraal schuimt deze zomer menig festival af met ‘The Great Scam’ onder de arm, met voorsprong het zwakste en minst beklijvende album uit zijn intussen 5 platen tellende discografie. Het eerste deel van de set bevatte nogal wat nummers uit dat recentste album, wat niet meteen bevorderlijk was voor de feestvreugde. Het rond een flauwe woordspeling opgebouwde “Nothing Else To Do” en het makke “Breaking Away” zijn wat dat betreft bevoorrechte getuigen. De live reputatie van Admiral Freebee lijkt daarentegen nog redelijk intact na een lange periode van afwezigheid, en dat is niet enkel de verdienste van de entertainer en de ietwat schunnige would-be filosoof in Van Laere. Met Senne Guns op toetsen en de stoïcijns bassende Jasper Hautekiet (zoon van) injecteerde de geboren Antwerpenaar zijn gloednieuwe band met een ferme dosis jong muzikaal talent, maar hét geheime wapen op het podium bleek uiteindelijk toch de tweekoppige blazerssectie te zijn die aan zowel nieuwe nummers als oude krakers een extra punch gaf. En van oude krakers gesproken, die werden netjes opgespaard tot op het eind. Met “Einstein Brain”, “Oh Darkness”, “Rags ‘N’ Run” en “Ever Present” slaagde Admiral Freebee dan toch ruimschoots in zijn opzet: zichzelf en het publiek warm laten lopen voor de iconische slotact.

Begin vorige maand zag het er even slecht uit voor het fanlegioen van NEIL YOUNG & CRAZY HORSE (****). Aan de vooravond van een uitverkochte Europese tour diende de 70-jarige bassist Billy Talbot wegens een milde hartaanval het Crazy Horse kamp tijdelijk te verlaten, en met de annulatie op Pukkelpop 2013 nog vers in het geheugen was het maar de vraag of de nukkige Canadees deze keer wel een waardige vervanger zou vinden voor één van zijn viervoetige maatjes. In de persoon Rick Rosas, een gevierd sessiemuzikant en ooit lid van één van Young’s tientallen andere begeleidingsbands The Restless, werd uiteindelijk een waardige noodoplossing gevonden. Rosas stond er in Lokeren wat onwennig en kleurloos bij, maar dat de man samen met de oorspronkelijke drummer Ralph Molina een stevige fundering kan bouwen die zelfs Young’s meest brutale gitaarerupties kan trotseren staat buiten kijf.
Zoals gewoonlijk was het podium terug een maatje of tien te groot voor Dinosaur Sr. en zijn maats. Een handvol vierkante meter, meer hebben deze veteranen niet nodig om met gekromde rug en zonder veel oogcontact hun noeste arbeid te verrichten. Met een wapperende piratenvlag in aanslag en geflankeerd door een levensgroot beeld van het indianen opperhoofd Crazy Horse als fictief extra groepslid staken de heren van wal met het monumentale “Down By The River”. Dit nummer neemt zo al epische proporties aan op het debuutalbum van de band, ‘Everybody Knows This Is Nowhere’ (‘69), maar de fabelachtige versie van 28 (achtentwintig!) minuten met Young’s expressionistische gitaarspel in de hoofdrol deden in Lokeren elke rechtgeaarde muziekrecensent prompt naar de gepaste superlatieven happen. Ook de daaropvolgende countryrocker “Powderfinger” kreeg een uitgesponnen en erg doorleefde versie mee, en nam meteen alle twijfels weg over het herstel van gitarist Frank ‘Poncho’ Sampedro. Voor de iets jongere lezers, Sampedro is de man met de handblessure die ons vorig jaar opzadelde met het gedrocht Major Lazer als ‘vervanger’ van Neil Young op Pukkelpop. Met Young als de wat nors ogende dirigent voerde Sampedro in Lokeren een fysische uitputtingsslag, laverend tussen ervaring en improvisatie wat maakt dat er wel elke avond andere versies van hetzelfde nummer worden opgediend.
Het feit dat een goed drie kwartier ver in de set Young & co amper twee nummers op de teller hadden staan zaaide langzaam maar zeker enige verdeeldheid onder het publiek. De moderne consument die kwam voor een vlotte opeenvolging van de ‘hits’, als die er al zijn, leek eraan voor de moeite en liet de aandacht gaandeweg verslappen richting een gesprek met de buurman of ging snel even de mailtjes checken. Voor de devote fans die zich uren lang kunnen laven aan Young’s expressieve gitaarexploten was dit dan weer een feest tot morgenvroeg. Wij voelen ons, voor alle duidelijkheid, eerder verwant met de tweede groep, al valt er zeker wel wat te zeggen over sommige songkeuzes die de immer eigenwijze Canadees had gemaakt. Als je gedurende ruim 2.5 uur amper 15 nummers veil hebt, dan lijkt elke verkeerde songkeuze er immers één teveel. Tijdens het nog te verschijnen “Standing In The Light Of Love” konden de twee ferm uit de kluiten gewassen zwarte achtergrondzangeressen dan wel hun liefde voor een stevig potje soul etaleren, een onmisbare bijdrage tot de catalogus van Young is het nummer zeker niet. Ook toen een orgeltje voor de voeten van Sampedro uit het plafond kwam neergedaald tijdens het ronduit flauwe “Living With War” leek maar één verdict mogelijk: overbodig.
Maar eerlijk is eerlijk, tegenover die paar missers die de dynamiek van de set niet altijd ten goede kwamen stonden dan weer een aantal aangename verrassingen. Uit de alom verguisde Crosby, Stills, Nash & Young comeback plaat ‘American Dream’ (‘88) werd “Name Of Love” gelicht, een zondermeer aangenaam weerzien met een melancholische rocker die Young voor het eerst in ruim een kwarteeuw nog eens van onder het stof haalde. Nog een pak indrukwekkender was het potige “Love To Burn”, waar de wetenschappelijk moeilijk te achterhalen alchemie tussen de groepsleden nagenoeg het kookpunt bereikte. Geen spek voor eenieders bek, maar voor wie de trip volledig uitzat was de uitslag duidelijk. Passie-langdradigheid: 1-0. En wat te denken van “Barstool Blues” uit ‘Zuma’ (‘75), dat na een valse start werd stilgelegd en de immer zwijgzame Young zowaar een cynische sneer richting zijn roadie slingerde toen die kwam aandraven met een fout getunede gitaar. ‘People will want their money back if we play these guitars. Anyway, if I’m singing the song, it’s already out of tune’. Het was een zeldzame poging tot interactie met het publiek, én een typisch staaltje van Young’s aangeboren gevoel voor zelfrelativering.
Dat er tijdens elk concert van Neil Young een intiem kampvuurmoment wordt ingelast is intussen genoegzaam bekend, en ook hier liet de Canadees misschien een kans liggen om écht te scoren. Natuurlijk behoren Dylan’s “Blowin’ In The Wind” en de enige echte hit “Heart Of Gold” tot het muzikale wereldpatrimonium, maar Young unplugged kan zoveel meer zijn dan dat.
“Cortez The Killer”, een episch relaas geïnspireerd door de Spaanse verovering van de Nieuwe Wereld, is door de jaren heen uitgegroeid tot één van de absolute sterkhouders in Young’s live repertoire én tekende in Lokeren meteen ook voor het laatste echte hoogtepunt van de avond. De felle garagerock van “Rockin’ In The Free World” leek meer dan het traditionele slotsalvo van deze tour, het zal later misschien de geschiedenis ingaan als het ultieme credo waarmee de veteranen tijdens hun wellicht laatste wereldtournee afscheid hebben genomen van hun publiek.
Tijdens de afsluitende bisronde had de muzikant in Young inmiddels plaats geruimd voor de milieuactivist die van elke gelegenheid gebruik wil maken om zijn boodschap wereldkundig te maken. “Be The Rain” en “Who’s Gonna Stand Up And Save The Earth” waren dus allicht niet bedoeld als muzikale hoogstandjes, maar eerder als een warme oproep tot het verkleinen van eenieders ecologische voetafdruk. Tja, waarom niet? Young gaf eerder op de avond immers al zelf het goede voorbeeld door aan de eerste paar duizend festivalgangers een biokatoenen T-shirt kado te doen met daarop het opschrift ‘Earth’. Koppel daaraan het al even veelzeggende ‘Protect’ op het bezwete shirt van Young, en je hebt een al even simpele als krachtige boodschap voor het collectief geheugen. Het publiek een geweten schoppen zonder preek: Bono, eat your heart out!
Het verjaardagskado van Neil Young & Crazy Horse aan de Lokerse Feesten bleek er één met veel pieken en een paar missers. Zeker, de meningen waren verdeeld, maar een gegeven paard en al zeker geen Crazy exemplaar kijk je nu eenmaal niet in de bek. Of hoe artistieke eigenzinnigheid en sociale bewogenheid het uiteindelijk hebben gehaald van een al te nadrukkelijke neiging tot crowd-pleasing.

Ook na te lezen (met foto's) op http://www.musiczine.net
Plaats reactie