WOOSHA 2014

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

WOOSHA 2014

Bericht door Guess Who s Ozzy »

WOOSHA, Oostende, 18-19 juli 2014

Als strandfestival had Woosha zijn entree in de zomerfestivalkalender vorig jaar allerminst gemist. Met een sfeervolle en vlot bereikbare locatie (het Klein Strand in Oostende) én een erg professionele organisatie bulkt dit evenement van het potentieel, dus lijkt het in elkaar boksen van een aantrekkelijke affiche de enige nog resterende uitdaging voor de komende jaren. En als het even kan, een schietgebedje om de weergoden gunstig te stemmen.

De tweede editie van Woosha werd meteen een tweedaagse met start op vrijdagavond. De loden zon en de Vlaamse oerpunkers The Kids vochten als eersten een robbertje uit wie het snelst het publiek kon opwarmen. We pikten in bij FLIP KOWLIER (***) die zich op grondgebied West-Vlaanderen én met zicht op ‘het zeitje’ meteen erg in zijn sas voelde. Samen met zijn vier vaste muzikale moaten stak hij erg toepasselijk van wal met het luchtige reggaedeuntje “Zwembad”, en weg waren we voor een uurtje relaxte kleinkunst met Kowlier in zijn typische rol van zelfrelativerende lolbroek. Met rasmuzikanten als toetsenist Peter Lesage en multifunctionele snarenmens Lazy Horse achter zich weet de Izegemnaar zijn levensliedjes bovendien ook voor de muziekpuristen voldoende interessant te houden.
Alle anekdotes en leutigheden daargelaten, toch is Kowlier er de mens niet naar om een uur lang gratuite humor te verkopen. Met het emotionele hoogtepunt “Moeder Lieve Moeder” diende de feestvreugde opgebouwd tijdens “Mo Ba Nin”, “Bjistje In Min Uoft” en “Detox Danny” toch even plaats te maken voor bittere ernst. Kowlier & co schudden uiteindelijk het laatste zand van tussen de tenen met de onverslijtbare debuutsingle “Welgemeende” en het onvermijdelijke dronkemanslied “Min Moaten”.

“Als Werchter Classic met The Rolling Stones een groep geboren in ’62 naar België kan lokken, dan kunnen wij zoiets ook”, moeten de samenstellers van de Woosha affiche gedacht hebben. En zo geschiedde met de komst van STATUS QUO (****) als enige internationale naam en absolute top of the bill van de tweedaagse. Net als Jagger & co hebben deze Engelse veteranen inmiddels een carriére van 52 jaar op de teller staan én razen de heren met een rotvaart en veel goesting door hun imposante back catalogue.
De massaal aanwezige grijze/kale knikkers en bolle buiken knikten goedkeurend toen bleek dat The Quo vooral nummers uit hun glorieperiode tijdens de eerste helft van de 70ies op het menu hadden gezet. Met “Caroline”, “Paper Plane” en “Rain” serveerde de groep van meet af aan een paar onweerstaanbare staaltjes van hun uit duizenden herkenbare vierkwarts boogierock. Ook aan hun karikaturale imago blijven boegbeelden van het eerste uur Francis Rossi en Richard Parfitt na al die jaren zonder meer trouw: strakke jeans, witte gympies, de oude knoken in spreidstand en gas geven maar. Ook al denken de heren er ernstig over na om de gitaren binnenkort aan de wilgen te hangen, met een graatmagere Rossi in de rol van entertainer en Parfitt als één van de strakste ritmegitaristen van zijn generatie blijft de live reputatie van Status Quo nog steeds redelijk onaangetast.
Op een tweetal niemendalletjes uit recente platen na bleef de Quo Jukebox onophoudelijk de ene luchtgitaar riff na de andere afvuren, met als hoogtepunt een soort marathon medley waarin boogierock pareltjes als “What You’re Proposing”, “Down The Dustpipe”, “Wild Side Of Life”, “Railroad” en “Again And Again” aaneen werden gerijgd. Na de obligate publieksfavorieten als “Down Down”, “Roll Over Lay Down” en “Whatever You Want” nam de groep uiteindelijk afscheid met covers van “Junior’s Wailing” (orig. Steamhammer) en “Rock’N’Roll Music/Bye Bye Johnny” (orig. Chuck Berry) waarmee ze de roots van hun primitieve bluesrock gingen opzoeken. Na de Quo party volgde nog een afterparty waar meer van dit lekkers werd geserveerd en de jeugd van een paar decennia geleden benen en heupen konden losschudden.



Tijdens de tweede festivaldag werd vooral het jonge volkje bediend dat al eens naar StuBru luistert en regelmatig vaderlandse bandjes De Afrekening in stemt.
Na lokaal talent Audience In The Street en het bluesy gitaargeweld van Horses On Fire was het de beurt aan KENJI MINOGUE (***). Het prettig gestoorde meisjesduo Fanny Willen en Conny Komen aangevuld met drummer Mista Pig beweegt zich ergens tussen kunst en kitsch, en bedient zich hierbij uitsluitend van sappige Westvlaamse dialecttaal en woordspelingen. Hun overstuurde electropop à la Vive La Fête in overdrive is weinig origineel, hun absurde teksten en kleurrijke stageact in felle fluo pakjes zijn dat wel. De radiohitjes “Nomnom" en "Alwadamehetten" gingen er in als zoete (zand)koekjes bij het publiek dat uitdrukkelijk om encores schreeuwde maar er geen kreeg.

Het Leuvens vijftal WILLOW (**) zag er redelijk ongevaarlijk uit op dat grote hoofdpodium, en zo klonken ze ook. We hadden in 2010 al vragen rond hun bronzen plak op Humo’s Rock Rally, misschien ging de jury toen wat te nadrukkelijk op zoek naar een Belgisch afkooksel van Bloc Party en meenden ze in zanger Pieter-Jan Van Den Troost een nieuwe Kele te hebben ontdekt. Op Woosha stelde de band een pak nieuw werk voor uit hun te verschijnen tweede plaat waarop een onsmakelijke mix van foute electronica en pathos de bovenhand lijkt te zullen halen. Het contrast met eerder werk, waaronder de knappe naar 80ies gitaarpop lonkende singles “Gold” en “Sweater”, en de gebalde afsluiter “Weeping Giants”, was dramatisch groot. Willow v2.0 lijkt al voor de release toe te zijn aan een update.

We willen er wel iets op verwedden dat ook zonder de publieke steun van Sioen tijdens de preselectie van StuBru’s De Nieuwe Lichting een jonge belofte als SOLDIER'S HEART (***½) de weg naar radio airplay en een breder publiek zou hebben gevonden. Het vijftal bestaat amper twee jaar maar heeft met het exotische “African Fire” al een Belpop classic op haar naam, en ook opvolger “New Housie” is even indrukwekkend. Hun minimale dreampop verraadt invloeden van Beach House, The Knife en Alt-J, maar hét (voorlopig nog) geheime wapen van de band is frontvrouw Sylvie Kreusch. Dress code, stem, en body language: alles aan deze meid is psychedelica ten top en heeft internationale allure! En passant werden “Broad Daylight” van Gabriel Rios en “Wicked Game” van Chris Isaak omgetoverd tot bubbelende electronica pop. Klasse!

Liefhebbers van Duystere muziekjes hadden al een tijdje strategisch postgevat in de tent voor de set van MARBLE SOUNDS (***). Spijtig genoeg had het resterende deel van het publiek minder boodschap aan de melancholische slowcore van deze band waardoor de breekbare liedjes niet zelden verzopen in geroezemoes. Gelukkig had het gezelschap singer-songwriter en zielsgenote Renée meegetroond naar Oostende, een vrouw dwingt nu eenmaal meer respect af dan zes heren. Met de frêle zangeres op het podium kreeg de fluisterpop van “Sky High” en “Leave A Light On” een extra dimensie en leek iedereen toch plots bij de les. Frontman Pieter Van Dessel is echter niet enkel een man van stille liedjes. We verdenken hem er immers van om zich regelmatig te goed te doen aan de back catalogue van Neil Young & Crazy Horse en My Morning Jacket, wat zich op Woosha vertaalde in occasionele gitaarduels met Isbells gitarist Gianni Marzo. Niettemin lijkt Marble Sounds voorlopig veroordeeld tot de intimiteit van het clubcircuit om muzikaal voldoende uit de verf te komen.

DAAN (***) kreeg samen met zijn vijfkoppige band één concertuur toegewezen om op het hoofdpodium een passende soundtrack te verzinnen bij de ondergaande zon. Dat die soundtrack qua songkeuze redelijk eclectisch zou worden hadden we eerlijk gezegd wel verwacht, alleen spijtig dat de lichtman hierbij niets beter kon verzinnen dan een kakafonie van lichtflitsen die elke interactie tussen publiek en podium met pijn in de ogen onmogelijk maakte. Met de felle electropop van “Mirror” en het überfunky “Addicted” ging Daan eerst grasduinen in wat minder bekend werk uit zijn vroegere platen, om vervolgens uit te komen op een soort ‘best of’. Tot een feestje leidde dat aanvankelijk niet, want een eerste malse regenbui dreef een groot deel van het publiek de tent in. Daan antwoordde gevat met een flard van Eurythmics’ “Here Comes The Rain Again”, en lokte het publiek even later letterlijk terug uit de tent op het ritme van de pompende beats van “Swedish Designer Drugs” en “Housewife”. Mission accomplished dus voor Daan, al hadden we de indruk dat de man vanavond wat te vaak de automatische piloot had aanstaan.

Het jonge volkje waande zich vervolgens even op Tomorrowland met het drum’n’bass geweld van LASTON & GEO, maar dat zinde de weergoden allerminst. De hemelsluizen gingen deze keer helemaal open, en het onweer dat hierop volgde betekende meteen het officiële einde van Woosha 2014. Net als het zeiknatte publiek mochten top of the bill acts School Is Cool en The Subs op bevel van politie en brandweer inpakken en wegwezen. We onthouden dat Woosha goed op weg is om een muzikaal interessant blijvertje te worden op de festivalkalender, met strandsletsen en regenjas als meest aangewezen vestimentaire combinatie.

Ook na te lezen op http://www.musiczine.net
Plaats reactie