THE CULT (AB Brussel, 16 oktober 2009)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

THE CULT (AB Brussel, 16 oktober 2009)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

THE CULT, AB, Brussel, 16/10/2009

“The Cult anno 1985, maar dan 25 jaar later”


1985… het jaar dat de BRT top 30 werd gedomineerd door Baltimora’s, Sandra’s, A-Ha’s en andere lichtverteerbare hitparadepulp. Liefhebbers van postpunk en gothrock hadden duidelijk weinig te zoeken in deze lijst, totdat plots in maart van dat jaar “She Sells Sanctuary” van THE CULT even kwam ruiken aan de onderste regionen van de vaderlandse hitlijst. Deze killertrack met één van de meest mystieke gitaarintro’s uit de 80ies moest de aandacht vestigen op ‘Love’, het tweede en waarschijnlijk ook beste album van deze Engelse groep. Dankzij de unieke combinatie van Ian Astbury’s gekwelde vocals en Billy Duffy’s gotische gitaarlijntjes blijkt ‘Love’ een kwarteeuw later te zijn uitgegroeid tot één van de absolute klassiekers in het genre. Aan de vooravond van de 25ste verjaardag werd het album onlangs heruitgebracht in een geremasterde versie met allerlei extraatjes, en besloten de twee overgebleven originele leden Astbury en Duffy opnieuw de boer op te gaan met de integrale collectie ‘Love’ songs onder de arm. Het Belgische luik van de ‘Love Live’ tour bracht The Cult amper anderhalf jaar na hun vorige passage opnieuw naar de AB voor een niet van enig sentiment gespeende flashback naar 1985.

Lang geleden trouwens dat ik in een concertzaal nog eens werd geflankeerd door muffige T-shirts van Zodiac Mindwarp & The Love Reaction en Fields Of The Nephilim ... dat waren nog eens groepsnamen! Op de tonen van voodoo gezang en onder de troosteloze aanblik van een indiaan op het projectiescherm zette de vijfkoppige band het opzwepende “Nirvana” in. Meteen werd duidelijk dat Ian Astbury’s huilende strot bijzonder goed geolied bleek om dit openingsnummer uit ‘Love’ van de nodige dramatiek te voorzien. Een groot redenaar zal Astbury wel nooit worden, en als alternatief voor overbodige bindteksten verkoos de groep om elk nummer van passende visuals te voorzien. Zo kreeg het publiek een staaltje van Astbury’s uitgesproken fascinatie voor de indianencultuur tijdens één van de zeldzame rustpunten “Brother Wolf, Sister Moon”, en werd een reeks geweldloze wereldverbeteraars opgevoerd in het begeleidende filmpje van een begeesterend “Revolution”. Pathetisch of idealistisch, wat er ook van zij, de symbiose tussen muziek en beeld gaf het optreden wel een extra dimensie. Gitarist Billy Duffy van zijn kant kneep met schijnbaar achteloos gemak de meest loepzuivere akkoorden uit zijn parelwitte Gibson. Tijdens de intro van “The Big Neon Glitter” demonstreerde de blonde virtuoos dat hij eigenlijk niets hoeft te vrezen van The Edge in een robbertje echogitaar, en ontegensprekelijk de muzikale bezieler van The Cult is. De immer coole Duffy had tijdens de intro’s van “Rain” en “She Sells Sanctuary” al aan een halve noot genoeg om de AB keer op keer nabij het kookpunt te brengen, en hij genoot zichtbaar van de kunsten die de talrijke luchtgitaarvirtuozen in het publiek uithaalden tijdens deze gothrock classics. Met een kippevel versie van het profetische “Black Angel” werd het ‘Love’ album en meteen ook het eerste deel van de set besloten.

Na een korte pauze graaiden Astbury en Duffy vervolgens gretig uit de albums die na ‘Love’ The Cult langzaam maar zeker een mainstream publiek opleverden. Reeds vanaf de opvolger ‘Electric’ (’87) hadden de gothic invloeden plaats geruimd voor de rechttoe rechtaan party rock van AC/DC, maar ook na ruim twee decennia klinken “Electric Ocean” en vooral “Wild Flower” nog steeds onweerstaanbaar en werd hier en daar opnieuw de luchtgitaar boven gehaald. De hardste noten kreeg het publiek helemaal op het eind te kraken met het epische “Sun King” en vooral een ongemeen stevig “Rise” uit de onwaarschijnlijke comeback plaat ‘Beyond Good And Evil’ (’01). Met “Dirty Little Rockstar” probeerde The Cult twee jaar geleden zichzelf opnieuw uit te vinden maar mislukten daarin jammerlijk, en het nummer was meteen goed voor de enige valse noot van de avond.

Na ruim anderhalf uur werden de dolle dertigers en veertigers voor het huiswaarts keren nog getrakteerd op een rondje “Love Removal Machine”. En of ze tevreden naar vrouwlief, minnares, moeder, hond of PC konden terugkeren; het zal hen en ons immers worst wezen dat Astbury en Duffy wellicht nooit meer een tweede ‘Love’ op de wereld zullen loslaten. The Cult was vanavond een goed geoliede teletijdmachine waarin meer nog dan sentiment het gevoel van tijdloosheid overheerste.

Binnenkort ook na te lezen op http://www.musiczine.net
Plaats reactie