BLUES PEER (19 juli 2009)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

BLUES PEER (19 juli 2009)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

BLUES PEER, 19 juli 2009

“Blues Peer op zondag: aangenaam weerzien met oude bekenden”

In 1985 werd in het Limburgse Peer de eerste editie van het Belgium Rhythmn ‘n’ Blues Festival boven de doopvont gehouden, met op de affiche o.a. Robert Cray Band, Anna Domino en top-of-the-bill The Fabulous Thunderbirds. Een kwarteeuw later mag Blues Peer dan al zijn uitgegroeid tot een vaste waarde op de zomerfestivalkalender, aan de filosofie van de begindagen werd opmerkelijk weinig gewijzigd: zorgvuldig uitgekozen bluesacts op één podium en een gemoedelijke sfeer waarin zowel die-hard bluesfanaten als de occasionele bezoeker met vrouwlief en kinderen terecht kunnen. Onder de noemer ‘25 years of Kings and Legends’ werd de affiche van de jubileumeditie niet enkel bevolkt door huidig en aanstormend talent, maar werden kosten noch moeite gespaard om enkele legendarische namen uit vijf decennia pop- en rockgeschiedenis naar het zoete Limburg te lokken. Zo mocht o.a. Steve Winwood zaterdag de tent sluiten en werd na het weekend zelfs een extra vierde dag aan het programma toegevoegd met John Fogerty als ultieme uitsmijter. Ondergetekende koos de derde festivaldag uit om de geur van blues en bier te Peer op te snuiven.

De samenstellers van de jubileumeditie van Blues Peer durven duidelijk buiten de lijntjes te kleuren als het er op aan komt om hun muzikale helden te eren. Zo kan je ROGER McGUINN bezwaarlijk een blueslegende noemen, maar dat de inmiddels 67-jarige medeoprichter van The Byrds wereldwijd muziekgeschiedenis heeft geschreven staat buiten kijf. Enkel vergezeld van zijn onafscheidelijke 12-snarige Rickenbacker en een opvallend goedbewaarde stem trok McGuinn met “My Back Pages” en “Mr. Spaceman” meteen een blik Byrds klassiekers open, en ook tijdens de rest van de set zou hij voornamelijk putten uit de catalogus van deze folkrockpioniers. Jeugdsentiment, vage herinneringen uit de platenkast van vader of grootvader of mateloos respect voor een muzikale pionier: iedereen had wel een reden om eventjes weg te mijmeren bij “You Ain’t Going Nowhere”, “Wasn’t Born To Follow”, “All I Really Want to Do”, “5D (Fifth Dimension)”, “Chestnut Mare” en natuurlijk de evergreens “Turn!Turn!Turn!” en “Mr. Tambourine Man”. Verscholen achter een donkere zonnebril en zwarte hoed gaf een ietwat verlegen McGuinn tussendoor ook wat geschiedenisles over de oorsprong van bepaalde songs of haalde hij geestige anekdotes aan over Dylan, zowat de belangrijkste songleverancier tijdens de eerste jaren van The Byrds. Ook zijn vriendschap met Tom Petty kreeg een plaats in de set wiens “American Girl” naadloos aansloot bij “King Of The Hill” dat McGuinn samen met Petty schreef voor het onwaarschijnlijke comeback album ‘Back From Rio’ (’91). De voormalige Byrds frontman mocht na de nodige publieksbijval bissen met “Feel A Whole Lot Better”, “Chimes of Freedom” en, als we eerlijk moeten zijn, een eerder overbodige versie van “Knocking on Heaven’s Door”. Maar laat dat laatste detailkritiek zijn: McGuinn zorgde in zijn eentje voor de eerste memorabele momenten vroeg in de namiddag, en zoals later zou blijken, bleek zijn set het ontwapenende hoogtepunt van de volledige derde festivaldag.

Heel andere koek kregen we vervolgens geserveerd door Derek Trucks, als lid van The Allman Brothers Band geen onbekende onder adepten van klassieke Southern rock. Met THE DEREK TRUCKS BAND houdt deze amper 30-jarige blonde gitaargod er sinds ‘97 ook nog eens een solocarrière op na. De groep deed op Blues Peer haar reputatie van ultieme ‘jamband’ alle eer aan door alle nummers heel stereotiep op te bouwen: zanger Mike Mattison, met een meer dan fraaie stem die refereerde aan de jonge Joe Cocker die te lang in de Stax collectie van vader had rondgeneusd, mocht elk nummer kort inzingen waarna Trucks en zijn vierkoppige begeleidingsband van wal staken voor een minutenlange jam. Leuk voor een aantal nummers, dat wel, maar mede door de vrij afstandelijke houding van Trucks kon dit concept toch geen anderhalf uur boeien.

Elk zichzelf respecterend bluesfestival kan er alleen maar van dromen om op een jubileumeditie de godfather van de Britse blues, JOHN MAYALL, op de affiche te zetten. In Peer worden dromen echter ook werkelijkheid, al strooide de slechts nipt op tijd aangekomen tourbus van de blueslegende op de valreep toch wat roet in het eten. Toen Mayall dan uiteindelijk toch met veel toeters en bellen werd aangekondigd, maar prompt het podium moest verlaten toen bleek dat diens mondharmonica’s nergens te bespeuren vielen, kunnen we moeilijk anders dan van een gemiste start spreken. Mayall & co lieten zich hierdoor echter niet uit hun lood slaan en openden sterk met een track uit het recente Freddie King tribute album ‘In The Palace of the King’ (’07) gevolgd door het ruim 40 jaar (!) eerder opgenomen “Chicago Line” uit Mayall’s debuut. Ondanks zijn 76 lentes oogde en klonk de founding father of British blues bijzonder vitaal en hield hij eraan om elk nummer te situeren in zijn ondertussen indrukwekkende oeuvre. Bovendien heeft Mayall met Rocky Athas (gitaar) en Tom Canning (keyboards) twee virtuoze Bluesbreakers weten te strikken die de nodige dynamiek in de set wisten te brengen o.a. tijdens het klassieke ‘Parchman Farm” en de nieuwe nummers “Moving Out Moving On” en “Dream About The Blues”. Een lang uitgesponnen versie van het obligate “Room To Move”, uiteraard met Mayall’s harmonica in de hoofdrol, breidde een luchtig einde aan de licht ingekorte set. De sympathieke Brit mocht op verzoek van publiek en organisatie toch nog terugkeren voor één encore, een snedige interpretatie van de Otis Rush original “All Your Love”. Net als McGuinn eerder op de dag demonstreerde Mayall dat waardig ouder worden in de slopende musicbusiness niet noodzakelijk garant staat voor ouwbolligheid en futloosheid.

Met de onverslijtbare SOUTHSIDE JOHNNY & THE ASBURY JUKES kon Blues Peer geen betere act bedenken om ook de liefhebbers van pretentieloze R&B en barblues aan hun trekken te laten komen. Onder de vleugels van Steve Van Zandt (als producer en ooit zelf een Asbury Juke voor zijn overstap naar The E-Street Band) en Bruce Springsteen (als songleverancier) groeide deze bende muzikaal getalenteerde tooghangers medio jaren ’70 uit tot een sensatie in en rond de pubscene van New Jersey, en tot op de dag van vandaag blijft dit bonte gezelschap live garant staan voor een potje compromisloze R&B. Het podium van Peer was eigenlijk maar juist groot genoeg om naast Southside Johnny ook de acht man sterke Asbury Jukes, waaronder een vierkoppige blazerssectie, te huisvesten. Na een wat aarzelende start stak “I Played The Fool” de lont aan het vuur voor wat voorts een stomend R&B feestje zou worden. Uptempo ambiance nummers als “The Fever” en “Talk To Me” gingen hand in hand met trage bluesy tearjearkers als “Living With The Blues” en werden luidkeels meegeschreeuwd door zowel het nuchtere als het minder nuchtere deel van het publiek. Southside Johnny ademt en zweet R&B in de onvolprezen Stax traditie en bewees in Peer nogmaals zijn status als eerste klas entertainer.

Het moet een huzarenstukje geweest zijn voor een relatief bescheiden organisatie als Blues Peer om niemand minder dan JEFF BECK als headliner aan te trekken na bijna 40 jaar afwezigheid op Belgische podia. Beck wordt door kenners in één adem genoemd samen met Jimmy Page en Eric Clapton, werd eerder dit jaar ingehaald in de Rock’n’Roll Hall of Fame, en is momenteel op tournee om zijn jongste live album te promoten. Net als Page is ook Beck een meestergitarist die echter geen noot kan of wil zingen, en het was dus maar de vraag of de anderhalf uur durende instrumentale set op Blues Peer een breed publiek zou kunnen aanspreken. Het antwoord bleek negatief! Van meet af aan werd immers duidelijk dat het optreden enkel was weggelegd voor de echte gitaarfreaks die met open mond en in trance de virtuositeit van hun idool aanschouwden. Maar ongetwijfeld zullen evenveel toeschouwers een vocalist als Rod Stewart (ten tijde van The Jeff Beck Group) op het podium gemist hebben, en hadden weinig of geen boodschap aan de fusion, free-jazz en Zappaiaanse uitspattingen die Beck en zijn drie uiterst strak doch uitstekend musicerende begeleiders uit hun mouw schudden. Een muzikaal orgasme voor de één, een saaie gitaarles voor de andere: het is een eindbalans die toch wat magertjes uitvalt voor een instituut als Beck. Volgende keer misschien toch eerst even good-old Rod bellen voor een afspraak in de pub?

Ook na te lezen op http://www.musiczine.net
Plaats reactie