AMERICAN MUSIC CLUB (4AD, maa 2008)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

AMERICAN MUSIC CLUB (4AD, maa 2008)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

AMERICAN MUSIC CLUB, 4AD, Diksmuide, 16/03/2008

"Eitzel & co blijven goed bewaard geheim"

Wie afgelopen zondag de 4AD buiten wandelde zonder enig gevoel van sympathie of medelijden had die avond duidelijk iets gemist. Na een troosteloze rit van honderden kilometers langsheen Duitse en Belgische wegen in een veel te kleine bestelwagen landden frontman Mark Eitzel en diens AMERICAN MUSIC CLUB uiteindelijk toch in Diksmuide … om even later te verschijnen voor slechts een handvol trouwe fans. Medelijden ook met de 4AD organisatie die in hun jubileumjaar alweer een cultgroep van formaat wist te strikken, maar met lede ogen moest toezien hoe AMC een maand eerder de AB Club moeiteloos deed vollopen doch in eigen huis slechts op een zeer matige publieksopkomst kon rekenen. Bovendien wordt de jongste AMC worp ‘The Golden Age’ op eerder gemengde gevoelens onthaald bij pers en publiek, zodat het ook voor de selecte aanwezigen afwachten was of en hoe Eitzel & co op het einde van een slopende Europese tour toch een memorabel optreden konden afleveren.

Na Eitzel’s cynische ‘a day in the life’ schets van een rockster op een miezerige zondag werd het innemende “All My Love” ingezet, één van de vele ogenschijnlijk rustig voortkabbelende nummers op ‘The Golden Age’. De zichtbaar vermoeide Eitzel bleek wonderwel uitstekend bij stem, een indruk die al snel werd bevestigd tijdens het onstuimige “Home” uit de come-back CD ‘Love Songs for Patriots’ (‘04). Voor het eerst in de set trad ook gitarist Vudi op de voorgrond, samen met Eitzel het nog enige resterende lid uit de originele AMC line-up. Zijn typerende feedback erupties staan altijd in teken van de song, en monden zelden of nooit uit in oeverloze noise experimenten. De nieuwe ritme tandem Sean Hoffman en Steve Didelo oogde aanvankelijk heel geconcentreerd, maar leek uiteindelijk moeiteloos haar weg te vinden in AMC’s unieke doorleefde mix van rock, folk, country en blues.

Eitzel, zoals steeds met karakteristieke hoed en getooid in versleten bruin maatpak, ontpopte zich gaandeweg als de getormenteerde vertolker van levensverhalen tussen hoop en wanhoop. Door de laidback songs uit ‘The Golden Age’ zoals het opmerkelijke “All the Lost Souls Welcome You to San Francisco” af te wisselen met ouder werk behoede de groep zich voor een saai en ééntonig optreden. In het nieuwe “Windows on the World” verwijst Eitzel op cynische wijze naar één van zijn voormalige stamkroegen op het dak van de WTC torens, tijdens “Blue and Grey Shirt” uit het meesterlijke ‘California’ (‘88) herinnerde hij zichzelf aan het afscheid van een dierbare AIDS vriend en het up-tempo Red Light District anthem “Hello Amsterdam” (‘94) hoefde al helemaal geen introductie. AMC mag dan wel een typische albumgroep zijn, met de single “Johnny Mathis' Feet” uit het gitzwarte ‘Mercury’ (‘93) kregen Eitzel & co begin jaren ’90 eventjes de zo verdiende airplay. Een doorleefde versie van deze AMC classic beëindigde het eerste deel van de set.

Ondanks de vermoeidheid bleken Eitzel en Vudi nog niet aan het einde van hun latijn, en werden tot tweemaal toe door het nog zeer wakkere publiek het podium opgetrommeld. Een bloedmooie acoustische versie van “Jesus’ Feet” afkomstig van het klassieke ‘Everclear’ album (’91) vormde hierbij het laatste hoogtepunt van een set die ietwat tragisch werd ingeleid doch na goed anderhalf uur toch triomfantelijk werd afgesloten. Ook na hun doortocht in Diksmuide blijft AMC één van de best bewaarde muzikale geheimen van de jongste 20 jaar. Zolang de 4AD deze geheimen in een uniek clubcircuit kader blijft ontsluieren hoort U ons niet klagen!

De bio van opwarmer LISA PAPINEAU mag dan indrukwekkend ogen (oprichter van de cult bands Pet en Big Sir, een stekje op de soundtrack van ‘The Crow: City of Angels’ en guest vocals op twee Air albums), op het podium gedraagt deze naar Parijs uitgeweken Amerikaanse zich wat onwennig. Vergezeld van een drummer en een gitarist bracht ze minimale emopop met avontuurlijke uitstapjes naar de triphop, en op één nummer kon Mark Eitzel alvast zijn gekwelde stem smeren in combinatie met Papineau’s ijzige voordracht. Deze eigenzinnige band willen we zeker nog wel eens terug zien, waarom bijvoorbeeld niet in de Pukkelpop Chateau?

Ook na te lezen (met foto's) op www.musiczine.net
Plaats reactie