REO ROCK (6 juni 2015)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 306
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

REO ROCK (6 juni 2015)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

REO ROCK, Roeselare, 6 juni 2015

Waren we afgelopen weekend getuige van de aangekondigde dood van een sympathiek festival? Laat ons hopen van niet, want de kleine duizend -in plaats van de verhoopte 2000- man die zaterdag de weg vonden naar de REO veiling in Roeselare waren collectief getuige van hoe REO ROCK zichzelf tijdens deze vierde editie althans op muzikaal gebied ruimschoots overtrof.

Voor het eerst lonkte de organisatie wel erg nadrukkelijk over de landsgrenzen bij het ineen knutselen van de affiche. Eén en ander resulteerde in het binnenhalen van vier buitenlandse acts, maar als het even kan krijgen jonge honden met West-Vlaamse roots elk jaar de twijfelachtige eer om het Reo Rock publiek op te warmen. De potige retrogrunge van SINRISE en de behoorlijk uit de kluiten gewassen stoner rock van KING HISS deden dat met verve, maar net zoals vele vaderlandse bands laven ze zich te nadrukkelijk aan de nalatenschap van hun inspiratiebronnen om écht te imponeren. Hetzelfde kan overigens gezegd worden van JOHN COFFEY, een Nederlands vijftal dat al een klein decennium lang probeert om niet als een politiek correcte rip-off van de Zweedse hardcore punkvernieuwers Refused te klinken.

Derry’s finest THE UNDERTONES stonden vervolgens blijkbaar te popelen van ongeduld om -dik een kwartier vroeger dan voorzien- nog maar eens te bewijzen wie de belangrijkste groep ever uit Noord-Ierland is. Weinig bands overleven het vertrek van hun iconische frontman, maar toch is er geen hond die zich anno 2015 nog afvraagt hoe het nog zou zijn met Feargal Sharkey. Met ene Paul McLoone heeft de groep immers al 15 jaar een evenwaardige vervanger in de rangen die gewoon geboren is om rond te hossen op een podium. Met tongue-in-cheek humor, foute danspasjes en theatrale grimassen kreeg hij het publiek al vlug op zijn hand terwijl zijn vier maatjes zich met een rotvaart doorheen de set ploegden.
Op het eerste zicht lijken The Undertones gewoon een bende overjaarse kwajongens met simpele liedjes over boys and girls. In werkelijkheid zijn het ware meesters in beknoptheid wiens teksten vol dubbele bodems en zelfspot steken. De meeste van die songs zijn trouwens uit de pen gevloeid van de tengere broertjes O’Neill wiens strakke gitaarlijntjes telkens weer de lont aan het vuur staken. We zijn een dikke vijf minuten ver in de set en het publiek heeft met “My Perfect Cousin”, “I Gotta Getta”, en “Here Comes The Summer” Ramones-gewijs reeds drie klassiekers achter de kiezen. En op een paar recentere nummers na, waaronder de op Record Store 2013 uitgebrachte single “Much Too Late”, bleef het een uur lang maar poppunk evergreens regenen. Wie in detail over de volledige setlist wil gaan grasduint beter nog eens door de eerste twee platen van de Noord-Ierse lads. En omdat jullie aandringen, tenslotte nog een aantal highlights: “Teenage Kicks”, “Jimmy Jimmy”, “Top 20”, “Family Entertainment” en “Get Over You”.

Ze bestaan intussen bijna een kwarteeuw en kunnen zonder schroom de pioniers van de Nederlandse indie scene worden genoemd: zelfs in een notendop klinkt de bio van BETTIE SERVEERT al bepaald indrukwekkend. Frontvrouw Carol van Dyk draagt in Roeselare dan wel een T-shirt van Joy Division, al 10 albums lang knipogen de songs van Bettie Serveert eerder naar The Velvet Underground, Throwing Muses en Neil Young & Crazy Horse. Met verder ook nog oerleden Peter Visser (gitaar) en de immer cool ogende Herman Bunskoeke (bas) in de rangen én aangevuld met de zoveelste (nieuwe) drummer Jaap Molenaar gooide de groep zich vol overgave in een moeilijke strijd. Moeilijk maar ook moedig, want tijdens het eerste halfuur waren amper crowdpleasers te herkennen en teerden de noorderburen vooral op de adrenaline kick die ook op hun twee recentste platen uitdrukkelijk komt bovendrijven. De Betties klonken zowaar als een volbloed rechttoe rechtaan rockband op het brutale “Deny All”: Reo Rock lustte er wel pap van en gaf de Nederlanders het krediet waar ze recht op hebben.
En uiteraard zijn van Dyk & co het aan zichzelf verplicht om een paar nummers uit hun debuut en instant Nederpop classic ‘Palomine’ (’92) te serveren. Behalve de rustige titelsong halen ook het aan The Dream Syndicate schatplichtige “Balentine” en dé hit van 80 jaar geleden (dixit gitarist Visser) “Kid’s Allright” de setlist. Het zijn songs die ondanks hun gezegende leeftijd nog steeds met panache de weinig gezellige REO veilingzaal werden in geslingerd. Kortom, de passage van Bettie Serveert in Roeselare was meer dan een vrijblijvende déjà vu én maakte de artistieke bloedarmoede in de generatie post-Bettie gitaarbandjes van boven de Moerdijk nog maar eens pijnlijk duidelijk.

Ook THE STRANGLERS moeten het al enige tijd zonder oorspronkelijk boegbeeld stellen. Anders dan bij The Undertones echter is het fanlegioen sinds de afzwaai van Hugh Cornwell intussen verdeeld in twee kampen. In het pre-Cornwell kamp oogst huidig zanger Baz Warne - ooit nog aan de slag bij The Toy Dolls - behalve een opgestoken middelvinger verder maar weinig sympathie. Alle vooroordelen daargelaten, in Roeselare maakte de man een meer dan behoorlijke beurt. Tijdens openers “Toiler On The Sea” en “(Get A) Grip (On Yourself)” etaleerde Warne meteen dat tikje brutaliteit en arrogantie die The Stranglers anno 2015 nodig hebben om als progpunk instituut nog geloofwaardig over te komen. Eigenaardig genoeg werd Cornwell enkel gemist bij de trage nummers, zoals het Top Of The Pops walsje “Golden Brown” en publieksfavoriet “Always The Sun”, die voor kale knikker Warne weinig meer dan verplichte kost bleken.
Uit de oorspronkelijke bezetting staan tegenwoordig enkel nog Jean-Jacques Burnel (63) en Dave Greenfield (66) op de planken. Dankzij beide éminences grises blijft de groep toch de nodige authenticiteit uitstralen, want net Burnel’s grommende bas en Greenfield’s van Ray Manzarek geleend orgeltje vormen de ruggegraat van zowat elk Stranglers nummer. Anderzijds deed de groep haar best om zich niet louter als nostalgie act te profileren. Een half dozijn nummers werd immers geplukt uit de jongste drie studio platen, waarmee de vier men in black duidelijk te kennen gaven dat ook in post-Cornwell tijdperk de creatieve vonk nu en dan nog eens overslaat. De frisse Britpop van “Time Was Once On My Side” en het door Burnel gedeclameerde “Freedom Is Insane” pasten wonderwel in de waardig ouder worden strategie van de band. Van oudjes gesproken, die waren er in overvloed aan het eind van de set met “Duchess”, “Hanging Around” en het ultieme bisnummer “No More Heroes”.

De live reputatie van The Stranglers is tegenwoordig even onvoorspelbaar als de oneliners van Bart De Wever, maar vanavond bewezen de veteranen dat ze evengoed de rol van headliner op een middelgroot festival kunnen waarmaken. 'No more' Reo Rock in 2016? Laten we het bij een flauwe woordspeling houden die hopelijk ver van de waarheid verwijderd is.


Binnenkort ook na te lezen (met foto's) via http://www.musiczine.net
Plaats reactie