Pagina 1 van 1

KEVIN MORBY (De Charlatan, 24 mei 2015)

Geplaatst: do 28 mei 2015, 13:01
door Guess Who s Ozzy
KEVIN MORBY (De Charlatan, Gent, 24 mei 2015)

"Dylan fixatie, het mooiste compliment dat er is"

Het zal de man in kwestie ongetwijfeld worst wezen, maar we gunnen KEVIN MORBY met alle plezier een lidkaart van ‘The Next Bob Dylan Club’. Nochtans, zijn bio laat vermoeden dat deze 27-jarige Amerikaan eerder op weg was om een indie held in de marge te worden. Zo beroerde hij ooit een paar albums lang de bas bij het psychfolk gezelschap Woods, en hield hij samen met Cassie Ramone (ex-Vivian Girls) het garagerock combo The Babies boven de doopvont. Sinds zijn verhuis van Brooklyn naar Los Angeles lijkt de traditionele singer-songwriter in Morby echter de overhand te krijgen, en heeft de jongeling met ‘Harlem River’ (‘13) en ‘Still Life’ (’14) twee uitmuntende liedjesplaten uit die vlotjes hun weg naar diverse eindejaarslijstjes hebben gevonden.
En de knipoog naar Dylan dan? Wel, die zit verscholen in zowat alles: Morby’s lichtjes nasale stem, teksten over De Grote Thema’s liefde, leven en dood, en ja zelfs muzikaal knipoogt de jonge Amerikaan geregeld naar ‘Highway 61 Revisited’ en ‘Blonde On Blonde’. Wie afgelopen zondagavond door een zee van uitgelaten Buffalo supporters toch zijn weg vond richting De Charlatan kan getuigen dat daar geen woord van gelogen is.

Nee, het is geen flauwe woordspeling, maar toen Morby en zijn twee metgezellen Meg Duffy (gitaar/bas) en Justin Sullivan (drums) “The Dead They Don’t Come Back” inzetten moesten we spontaan denken aan een ander trio met Dylan fixatie: Grant Lee Buffalo. Genoeg namedropping nu, want Morby had aan amper een uurtje genoeg om te bewijzen dat hij veel meer is dan een copycat. Het opvallendste bewijs hiervan leverde het jonge talent af met het titelnummer uit zijn solo debuut ‘Harlem River’, een ellenlang stuk alt.country dat dankzij een repetitief gitaarmotiefje de Gentse muziekkeet in no time in een broeierige en trancy atmosfeer wist onder te dompelen.
Ook op Morby’s jongste worp ‘Still Life’ staan een aantal onvervalste oorwormen die in een ideale wereld daily rotation op StuBru en Radio 1 verdienen. “All Of My Life” is niet enkel een even simpel als bloedmooi liefdesliedje, maar tevens één van de beste abstracties ooit van een cleane Pete Doherty. Morby’s indie roots werden dan weer bloot gelegd tijdens het rafelige “Motors Running”, inclusief een knipoog naar The Feelies. Dat Morby ook op zijn dooie eentje kan scoren bewees hij tijdens het indringende “My Name”, een vergeten non-album single die naast Dylan ook Cohen voor de geest brengt. Het publiek was onder de indruk en beperkte zich tot een respectvolle stilte … helaas hadden de feestvierende Buffalo’s next door dat anders begrepen.

Morby en band kregen genoeg handjes op elkaar voor één encore. “Parade” is een gezapig vertellement in typische Dylan stijl waar de grootmeester zelf tegenwoordig niet meer toe in staat lijkt. Kevin man, vergeet gewoon die lidkaart, en take your chances. Eén telefoontje naar Robbie Robertson of Daniel Lanois, en de weg naar eeuwige roem ligt open.


Binnenkort ook na te lezen op http://www.muscizine.net