Pagina 1 van 1

THE AFGHAN WHIGS (Koninklijk Circus, 7 februari 2015)

Geplaatst: vr 13 feb 2015, 16:24
door Guess Who s Ozzy
THE AFGHAN WHIGS, Koninklijk Circus, Brussel, 7 februari 2015

"De heropstanding van gentleman Dulli"

De tijd dat albums van THE AFGHAN WHIGS steevast de weg vonden richting eindejaarslijstjes lijkt definitief voorbij. En dat is best wel jammer, want weinig iconische 90ies bands schudden na 16 jaar radiostilte immers nog een plaat uit hun mouw die hun beste werk benadert. Wie het jongste werkstuk ‘Do To The Beast’ voldoende luisterbeurten gunt krijgt vroeg of laat flashbacks naar ‘Black Love’ (‘96) of ‘1965’ (’98) als spontane beloning. Let wel, het ongenaakbare opus magnum ‘Gentlemen’ laten we in dit rijtje even buiten beschouwing. Dé plaat die de groep uit Cincinnati definitief op de kaart zette mocht vorig jaar trouwens 21 kaarsjes uitblazen en kreeg er meteen een wat overbodige deluxe reissue bovenop. Greg Dulli & co vertikken het echter om daar een rewind tour aan te koppelen, en dus staat hun huidige Europese zaaltournee vooral in het teken van de tweede adem die de band heeft gevonden.

In een uitverkocht Koninklijk Circus nam de groep een ongemeen verschroeiende start met “Parked Outside” en “Matamoros”, niet toevallig twee van de beste songs vanop ‘Do To The Beast’ die de heropstanding van The Afghan Whigs v2.0 onomstootbaar en definitief inluiden. Verschroeiend én loepzuiver, het zijn jammer genoeg echter zelden synoniemen in een live set. Het geluid dat Dulli en zijn kompanen aanvankelijk de speakers lieten uitknallen was niet enkel snoeihard maar vloog bij momenten ook een paar keer slordig uit de bocht of verzandde in een geluidsbrij. Eén en ander had misschien wel wat te maken met de bombastische allure van de nieuwe songs. Fans van het eerste uur zijn het immers niet meteen gewend om Greg Dulli geflankeerd te zien door instrumenten met een bescheiden rock’n’roll gehalte zoals viool en cello, maar naarmate de set vorderde leek dit niet meer dan koudwatervrees.
Uit de oorspronkelijk bezetting heeft naast Dulli enkel boezemvriend en de immer cool ogende bassist John Curley de volledige trip uitgezeten. Logisch dus dat deze laatste meer dan eens pretoogjes opzette toen snedige oudjes als “Fountain And Fairfax”, “Conjure Me”, “Gentlemen” of “My Enemy” aan een rotvaart naar alle uithoeken van het KC werden gekatapulteerd. De vier nieuwkomers in het gezelschap, her en der weggeplukt ten huize Dulli’s eigen Twilight Singers en The Polyphonic Spree, leken er vooral op gebrand om de erfenis van de groep alle eer aan te doen maar een echt hecht collectief vormen deden ze niet. De drummer ging hierbij niet altijd even vrijuit, zeker niet toen hij een onfortuinlijke misser maakte te midden het iconische “Debonair” en prompt met een blik vol doodsverachting werd neergebliksemd door Dulli. Stress of groeipijnen, het publiek maalde er niet om en schreeuwde lustig mee: “Tonight I go to hell, For what I've done to you, This ain't about regret”
Op zijn vijftigste heeft het grofkorrelige strot van Greg Dulli inmiddels genoeg eelt gekweekt om zijn kwaliteiten als hedonistische soulzanger optimaal te laten renderen. Zeker toen de groep wat gas terug nam leverde dat een paar van de meest intense momenten van de avond op. Het samen met spitsbroeder Mark Lanegan als The Gutter Twins ingeblikte “God’s Children” liet zich het best vergelijken met een grungy gospel die langzaam uitgroeide tot een meeslepende climax. Het ingetogen “Step Into The Light” klonk door de fraaie cello begeleiding dan weer zelden zo melodramatisch, het bleek een ideaal moment om de ogen even te sluiten en lijf en leden te laten doordringen van zoveel heerlijke somberheid. Tijdens de atypische maar erg knappe vooruitgeschoven single “Algiers” had Dulli zijn falset uit de studioversie ingeruild voor een rauwere crooner variant. Het nummer klonk hierdoor meteen een pak potiger, maar paste nog steeds in de imaginaire soundtrack van de betere spaghetti western.
The Afghan Whigs mogen dan al een back-catalogue hebben verzameld om U tegen te zeggen, om een paar covers meer of minder zitten ze live doorgaans nooit verlegen. Uniek hierbij is dat Dulli geregeld op frappante gelijkenissen stuit tussen eigen en andermans nummers, en de flarden van die songs vervolgens aan elkaar rijgt alsof het niets is. Zo bleek Jeff Buckley’s “Morning Theft” de ideale inleider tot “It Kills”, werd de broeierige sfeer in “Algiers” perfect gegangmaakt door de eerste tekstregels uit “The House Of The Rising Sun”, en mondde het op een strakke r&b beat drijvende “It Kills” ongemerkt uit in Fleetwood Mac’s “Tusk”. Uit de eerste volwaardige Whigs plaat ‘Up In It’ (’90) haalde Dulli voor het eerst sinds lang nog eens “Son Of The South” vanonder het stof, een averechtse bluesrocker die uiteindelijk naadloos over ging in een flard “Roadhouse Blues” van The Doors.

Ook tijdens de uitgebreide encores griste Dulli met veel enthousiasme andermaal in zijn persoonlijke platencollectie. Vanuit de coulissen dook hij bijna onopgemerkt op in het publiek met een biertje in de hand en schudde er en passant een weergaloze interpretatie van “Every Little Thing She Does Is Magic” uit de mouw. De finale triomftocht werd verder gezet met “Summer’s Kiss”, “Teenage Wristband” (van Dulli’s Twilight Singers) en “Somethin’ Hot”. Doorheen de set had de praatjesmaker in Dulli maar weinig van zich laten horen, tot de man helemaal op ’t eind bekende dat hij wat onzeker was over de goede afloop van de avond. Had de man een beginnend griepje te pakken of was ie de avond ervoor iets te lang blijven plakken in Brugge in het gezelschap van een paar Straffe Hendrikken of Dulle Teven, we hebben er het raden naar. Of misschien was dit wel een hedonistische pose ter inleiding van de epische afsluiter “Faded” waarin wijlen Bobby Womack met een citaat uit zijn “Across 110th Street” een passend eerbetoon kreeg.

Twee avonden op rij hebben Greg Dulli en zijn vijf kompanen de Belgische Whigs fans alweer een onvergetelijke trip kado gedaan. Muzikale herrijzenis, artistieke wederopstanding, geslaagde comeback, ... het zijn allemaal mogelijke titels voor de gazetten van morgen, en voor één keer hebben alle gazetten overschot van gelijk.


Ook na te lezen (met foto's) op http://www.musiczine.net