BECK (Vorst Nationaal Club, 10 september 2014)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

BECK (Vorst Nationaal Club, 10 september 2014)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

BECK, Vorst Nationaal Club, Brussel, 10 september 2014

"Muzikale kameleon met zotskap vergaloppeert zich maar struikelt niet"

We zijn ze intussen al een paar jaar gewend, de resem aan reünies en heropstandingen van bands en artiesten wiens gloriedagen definitief begraven liggen in de 90ies. Het overgrote deel komt doorgaans terug tot leven omwille van financiële en/of nostalgische redenen, maar kijk, gelukkig is er ook een kleine minderheid die daar bovenop ook nog altijd relevante platen blijft afleveren. En wat ons betreft hoort de schijnbaar onuitputtelijk veelzijdige BECK, wiens laatste wapenfeit al dateerde van 2008, helemaal bovenaan dat weliswaar pijnlijk korte lijstje.

Met het nieuwe liedjesalbum ‘Morning Phase’ onder de arm, algemeen beschouwd als een erg geslaagd vervolg op de magistrale breakup plaat ‘Sea Change’ (‘04), kon de 44-jarige Amerikaan tijdens zijn eerste Belgische passage in zes jaar eigenlijk maar twee kanten uit. De introverte lijn van voorgenoemde platen doortrekken aangevuld met uitgeklede herwerkingen van oude krakers, óf toch maar voluit gaan voor de muzikale potpourri waarmee het grote publiek hem toch vooral associeert. Een blik op het indrukwekkende instrumentarium dat op de planken van de Vorst Nationaal Club stond opgesteld verraadde eigenlijk al vooraf dat het tweede scenario het draaiboek van de avond zou uitmaken, waarvan de eerste pagina er echter één met flink wat ezelsoren was. De onstuimige opener “Devils Haircut” getuigde dan wel van immens veel goesting, toch ging deze publiekslieveling al meteen kopje onder in een ongeziene slordigheid en een teveel aan decibels. Even leek het er zelfs op alsof Beck en zijn zes muzikale makkers elk een ander nummer op de setlist hadden staan. De gemiste start bleek gelukkig geen voorbode van meer onheil. Tijdens “Black Tambourine” kregen groep en geluidsman prompt wat meer vat op de adrenaline boost die zich in ijl tempo van alles en iedereen in de zaal meester had gemaakt. De vernuftig in elkaar gedraaide collagepop van “Loser” en “The New Pollution” flitsten ons vervolgens twee decennia terug naar de tijd toen MTV hits nog konden getuigen van enige artistieke kwaliteit.

Zo te oordelen naar de gemiddelde leeftijd van het publiek heeft Beck na het verstrijken van zijn eclectische 90ies periode maar weinig nieuwe zieltjes bijgewonnen. De jongste weken werd er bovendien zowat overal met gratis tickets gegooid om de tot ‘club’ verkleinde zaal toch vol te krijgen. Het waren dus vooral de ouwe en trouwe fans die op post waren en duidelijk ook nummers uit diens latere platen wisten te appreciëren, ook al waren ze voor de gelegenheid hier en daar aardig vermomd. “Gamma Ray”, een nummer dat Beck op zijn voorlaatste plaat inblikte met de hulp van Danger Mouse en toen nog heerlijk naar 60ies psychedelica rook, kreeg een hippe electropop injectie toegediend met een knipoog naar de piepjonge Depeche Mode. Of wat te denken van “Think I’m In Love” wiens onweerstaanbaar funky baslijntje bijna ongemerkt leentjebuur ging spelen bij Giorgio Moroder. Een en ander resulteerde uiteindelijk in een leuke mash-up met het door Donna Summer onsterfelijk gemaakte “I Feel Love”, en illustreerde vooral dat Beck zijn fascinatie voor cut & paste pop nog niet verleerd is.

Of en hoe een duidelijk in party modus verkerende Beck zijn meer intimistische liedjes aan de man zou brengen was ons een raadsel. De eerste pogingen in die richting liepen alvast redelijk faliekant af en tekenden voor zowat de zwakste momenten van de avond. Verstopt tussen wat springerige nummers werden de introverte wereldsongs “Blue Moon” en “Lost Cause” gestript van alle kippenvel en vlug afgehaspeld als betrof het obligate stadionballads die voor de tienduizendste keer op de setlist stonden. Even later volgde dan toch een rechtzetting waar alle bezitters van ‘Morning Phase’ recht op hadden. Bijna verontschuldigend kondigde Beck een paar nummers uit die nieuwe plaat aan: “First a couple of songs from the new record, and then we go loco”, alsof de man bang was dat iedereen vervolgens een plaspauze zou inlassen. Niets was minder waar, want met het atmosferische “Unforgiven”, de puike nieuwe single “Heart Is A Drum”, het desolate hoogtepunt van de avond “Wave” en het langzaam openbloeiende “Waking Light” werd een ronduit indrukwekkend vierluik geserveerd dat Vorst eensklaps omtoverde van danstempel tot bezinningsoord. Bijna naadloos zocht Beck vervolgens het andere uiterste van zijn muzikaal spectrum door het speelse “Girl” uit de jukebox te laten knallen. Met de heerlijke luchtgitaar pastiche “E-Pro” werd de reguliere speeltijd loeihard beëindigd. In de meesterlijke chaos verzegelde de altijd voor een grapje te vinden Amerikaan letterlijk het podium met een geel ‘do not cross’ lint. De eeuwig blonde duivel-doet-al gaf hiermee misschien ongewild toe dat er hier en daar wel wat scherven moesten worden opgeruimd om verdere ontsporingen te voorkomen.

Beck had zowat ganse avond de fel gesmaakte rol van crowdpleaser op zich genomen, en de pretoogjes verscholen onder zijn brede zwarte hoed verraden dat ook de encores wat dat betreft weinig zouden onderdoen. Met de banjo disco van “Sexx Laws” en de door Prince moeilijk te evenaren -laat staan verbeteren- withete bigband soul van “Debra” ging Beck tot tweemaal toe grasduinen in zijn zowat enige verguisde plaat ‘Midnite Vultures’, maar dat leek het publiek zich overigens geheel terecht nog amper meer te herinneren. Het afsluitende laid-back party anthem “Where It’s At” kreeg een fel gesmaakte makeover die zelfs het zittend publiek uiteindelijk ook deed rechtveren. Medley gewijs passeerden flarden “Running With The Devil”, “Miss You” en “Do Ya Think I’m Sexy” terwijl elk van de virtuoze bandleden welverdiend even uit de schaduw van hun alle aandacht opeisende broodheer konden treden.

Om zijn uiteenlopende back catalogue geen oneer aan te doen moest Beck wel uit verschillende vaatjes tappen. In Vorst werd soms wat pijnlijk duidelijk dat ook een kameleon met zotskap zich hierbij kan vergalopperen, maar ach, een kwajongen van 44 met dergelijk talent en artistieke uitstraling moet je bij begin van het schooljaar zoiets kunnen vergeven.


Binnenkort ook na te lezen (met hyperlinks) op http://www.musiczine.net
Plaats reactie