LOKERSE FEESTEN dag 5 (6 augustus 2013)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 306
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

LOKERSE FEESTEN dag 5 (6 augustus 2013)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

LOKERSE FEESTEN dag 5 (6 augustus 2013)

Op de vijfde dag van de Lokerse Feesten was het in de eerste plaats verzamelen geblazen voor overjaarse bierbuikjes, kale(nde) koppen en luchtgitaar virtuozen allerhande om met Alice Cooper en Deep Purple op één avond twee classic rock iconen aan het werk te zien. Creature With The Atom Brain en Monster Magnet kregen de twijfelachtige eer om de nekspieren alvast op te warmen. Uw verslaggever ter plaatse pikte in bij deze laatste.

Met MONSTER MAGNET (***) had de organisatie één van de pioniers van de psychedelische stonerrock naar de Grote Kaai gehaald. Ondanks of misschien wel dankzij een exuberante consumptie van geestverruimende middelen kan dit gezelschap rond de charismatische space lord Dave Wyndorf na ruim twee decennia nog steeds prat gaan op een stevige live reputatie. Anders dan gewoonlijk konden Wyndorf & co in Lokeren echter slechts bij vlagen een vuist maken. Dat de frontman enkel gewapend met een flesje Spa blauw vrolijk het podium kwam opgeslenterd was misschien een veeg teken, of misschien verdragen de meeste songs van Monster Magnet gewoonweg geen daglicht en hadden de heren een uur of twee later een betere performance afgeleverd. De Amerikanen hadden nochtans een verschroeiende start gemaakt met “Hallucination Bomb”, “Dopes to Infinity” en “Look to Your Orb for the Warning”, maar daarna verdwenen zowel tempo als intensiteit als sneeuw voor de zon. De band koos moedig voor de moeilijke weg, maar verdronk bijna zelf in haar eigen futloze psychedelische brij. Voor het publiek zat er niets anders op dan de finale af te wachten. Met de driedubbele uppercut “Crop Circle”, “Powertrip” en “Space Lord” was iedereen ineens terug bij de les, en werd een totnogtoe matige set uiteindelijk toch nog een beetje gevaarlijk.

Van gevaarlijk gesproken, Vincent Furnier aka ALICE COOPER (****) lijkt ondanks zijn respectabele leeftijd (65 intussen) nog behoorlijk goed in zijn sas als het shockerende typetje dat hij begin jaren ’70 op het niets vermoedende hardrock wereldje losliet. Bijna twee uur lang schitterde de vinnige Amerikaan in een strak geregisseerd spektakel dat qua visuele amusementswaarde gestaag crescendo ging. Geruggesteund door een redelijk opzichtig maar oerdegelijk trio gitaristen en een virtuoze Belgische drummer ging Cooper tijdens de eerste concerthelft voor een rechttoe rechtaan offensief. Met “Hello Hooray”, “No More Mr. Nice Guy”, “Under My Wheels” en “Billion Dollar Babies” volgde het ene na het andere hoogtepunt uit diens glorieperiode tussen ’71 en ‘73. Het zijn stuk voor stuk shockrock evergreens die weinig gemeen hebben met meer recente niemendalletjes als “Caffeine” of “Dirty Diamonds” waarvan we ons later enkel nog de gimmick willen herinneren.
Vanaf het nog steeds geweldige “Welcome To My Nightmare” steeg de theatraliteit ten top. Achtereenvolgens waande Cooper zich Dr. Frankenstein en liet hij zich gewillig fixeren in een straight jacket om uiteindelijk toch in de guillotine te belanden. Eenmaal in het hiernamaals maakte hij allusie op een vrolijk weerzien met zijn ‘drunken dead friends’ Jim Morrison, John Lennon, Jimi Hendrix en Keith Moon. Met respectievelijk “Break on Through (To the Other Side)”, “Revolution”, “Foxy Lady” en “My Generation” brachten Cooper & co in ware jukebox stijl een muzikaal erg sterke ode aan deze notoire heren. Na de obligate afsluiter “Poison” serveerde de groep met “School’s Out” nog een fel meegebrulde encore die fraai uitmondde in een flard “Another Brick in the Wall”. Qua spektakel waarde en gevoel voor zelfrelativering kan Alice Cooper met recht en rede de Rammstein avant la lettre worden genoemd.

Met ‘Now What?!’ heeft DEEP PURPLE (***) na lange tijd nog eens een album in elkaar gebokst, maar nog belangrijker nieuws voor de liefhebbers is dat dit Engelse hardrock instituut met die nieuwe plaat ook opnieuw de wereld rond trekt. Echter, wanneer je weet dat zanger en brulboei van weleer Ian Gillan deze maand al 68 lentes op de teller heeft staan moet zelfs de zwaarste fan zijn verwachtingen misschien wel wat bijstellen. Maar kijk, alhoewel Gillan al een tijdje de hoge noten niet meer haalt schuilde er toch nog genoeg raw power in zijn strot om met “Highway Star”, een schuimbekkend “Into the Fire” en een strak “Hard Lovin’ Man” stevig en gevat uit de startblokken te schieten. Ook zijn twee resterende maatjes uit Purple’s gloriejaren, een bijzonder kwiek ogende bassist Roger Glover (67) en drummer Ian Paice (65), draaiden als ritmetandem nog redelijk soepel rond.
Echt gevaarlijk klinkt de groep anno 2013 niet meer, in plaats daarvan trekt het gezelschap resoluut de kaart van de virtuositeit in de persoon van meestergitarist Steve Morse en de klassiek geschoolde keyboard wizard Don Airey die elk ruimschoots hun solo moment kregen toebedeeld. Overbodig of niet, het zijn van die momenten waar traditioneel de vaart wat uit het optreden wordt gehaald en hun maats even aan de zuurstoftank konden.
Vooral Gillan maakte er overigens een sport van om tijdens zowat elke solo in de coulissen te verdwijnen waardoor de groep er niet echt in slaagde om contact op te bouwen met het publiek. De nummers moesten dus maar voor zich spreken, wat niet evident was tijdens de nieuwe single “Vincent Price” maar wel lukte met classics als “No One Came”, “Space Truckin’” en het onverslijtbare “Smoke on the Water”. Tijdens de encores dolde Airey wat met “Green Onions” als prelude van hun eerste hit “Hush”, gevolgd door het machtige slotakkoord “Black Night”. Het bleek een eervolle afsluiter van een avond waar een strakke regie en muzikaal vakmanschap van kranige 60+’ers het haalden van creatieve uitspattingen.
Plaats reactie