SAVAGES (Botanique, 13 mei 2013)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

SAVAGES (Botanique, 13 mei 2013)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

SAVAGES, Botanique, Brussel, 13 mei 2013

"Girlpower voor gevorderden"

De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn sinds 2 oktober 2012. In het weinig benijdenswaardige gezelschap van o.a. Lisa Marie Presley, Neil Sedaka en Mumford & Sons kreeg BBC2 icoon Jools Holland die avond het Londense SAVAGES over de vloer voor wat later een spraakmakend televisiedebuut zou blijken. Het jonge all-female kwartet kreeg toen nauwelijks drie minuten toebedeeld, maar dat bleek ruimschoots voldoende om het nietsvermoedende publiek met een furieuze versie van hun debuutsingle “Husbands” vlotjes van haar sokken te blazen.
Zowat gans postpunkminnend England heeft intussen door dat Savages misschien wel het langverwachte gezelschap is dat het ingedommelde genre nieuw leven kan inblazen. De rest van de wereld moet en zal volgen, dus waren de samenstellers van Les Nuits Botanique er zoals gewoonlijk als de kippen bij om deze nieuwe sensatie naar een net niet uitverkochte Orangerie te lokken. De timing kon echt niet beter, want Savages heeft sinds begin deze maand met ‘Silence Yourself’ een kopstoot van een eersteling gebaard die nu al druk solliciteert naar de hoogste regionen van menig eindejaarslijstje.

Met de verbeten opener “City’s Full” leverde het kwartet meteen een indrukwekkend visitekaartje af. Muzikale echo’s van iconische postpunk pioniers als Siouxsie & The Banshees, The Slits, The Fall en The Au Pairs klonken dan wel redelijk vertrouwd in de oren, toch kan je de groep bezwaarlijk een copycat noemen. Met Savages lijkt namelijk eindelijk nog eens een jonge band met een eigen filosofie te zijn opgestaan wiens songs niet zelden in de eigen ziel kerven, en die nummers live ook nog eens overtuigend en zelfverzekerd kan neerzetten.
Alhoewel de groep met Gemma Thompson (gitaar), Ayse Hassan (bas) en Fay Milton (drums) drie gepassioneerde muzikanten in huis heeft, is het toch overduidelijk dat Savages valt of staat met de enigmatische girlpower van zangeres Jehnny Beth. In een vorig leven heette deze naar Londen uitgeweken Française nog Camille Berthomier en verdiende ze de kost als actrice, maar het gitaarminnend volkje is maar wat blij dat ze de cameralens intussen heeft ingeruild voor een microfoon. Met haar tenger lijf, kort zwart piekhaar en indringende blik lijkt ze overigens wel de vrouwelijke verpersoonlijking van Ian Curtis, met dit verschil dat Beth rondhuppelt als een dartel veulen en niet vies is van een rondje shadow boxing. Vocaal leunt ze afwisselend aan bij collega drama queens Siouxsie Sioux, PJ Harvey, Anna Calvi en Yeah Yeah Yeahs’ Karen O, maar als het op emotionele geladenheid en verbetenheid aankomt wint Beth het met de vingers in de neusgaten van haar voorgangers.
Na een verschroeiende start duwde de groep met “I Am Here” en “She Will” nog eventjes verder op het gaspedaal, en liet het publiek pas na een kwartier een eerste keer op adem komen met het nieuwe en voorlopig onuitgegeven “Fuckers”. Althans, daar leek het aanvankelijk toch op. Beth dolde een beetje in het rond door het publiek te waarschuwen dat deze te mijden mensensoort altijd en overal, en ja zelfs in de Orangerie kan opduiken. Wat begon als een soort militante white rap song, drijvend op de repetitieve mission statement “Don’t Let The Fuckers Get You Down”, barstte uiteindelijk toch los in een gecontroleerde woede aanval van Beth in een decor van dissonante noise. Na de bevlogen punk van “No Face” volgden met “Strife” en “Waiting For A Sign” de enige twee relatieve rustpunten van de avond, waarin de getormenteerde uithalen van een theatrale Beth en de abstracte gitaareffecten van Thompson de hoofdrol opeisten.
Toen het tempo in de laatste concerthelft opnieuw genadeloos de hoogte werd ingejaagd kwam het gevreesde spook van de eenvormigheid toch heel eventjes de kop opsteken. Nummers als “My Condition”, “Flying To Berlin”, “Another War” en “Hit Me” zijn op zich prima postpunk uppercuts, maar herbergen in deze volgorde iets te weinig variatie om de opgebouwde spanning lang vast te houden. Dat laatste lukte wel met het brutale “Shut Up” en een stomende versie van “Husbands”, dat intussen is uitgegroeid tot dé signature song van Savages.

We hadden jullie maar wat graag verder laten watertanden over hoe fantastisch de bisnummers wel klonken, maar dat was buiten de eigenzinnige filosofie van Savages gerekend waarin voorlopig geen plaats is voor encores. En eigenlijk, waarom iets opsparen tot de tweede ronde als je alles in één stomend muzikaal orgasme kwijt kan? Het publiek maalde er niet om, in de wetenschap dat het net één van die zeldzame grand cru optredens had meegemaakt die nog lang zal blijven nazinderen.
Het olijke Pukkelpop duo Chokri en Eppo knikten goedkeurend vanuit een donker hoekje in de Orangerie, al zijn ze er volgens ons nog lang niet aan uit in welke tent ze Savages straks gaan huisvesten nabij het anders zo vredige Kiewit. Een middagspot op de Main Stage zou een fatale vergissing zijn, de afsluiter in de Club om Eminem door te spoelen daarentegen een zegen.


Als opwarmer hadden Savages gewoon de producer van hun viersterren debuut, ene Nicolas Congé aka JOHNNY HOSTILE, meegetroond naar Brussel. Samen met Savages frontvrouw Jehnny Beth vormde hij trouwens tot voor kort het lofi indie duo John & Jehn, en in 2011 richtten ze hun eigen Pop Noire label op waar o.a. Savages ondertussen onderdak heeft gevonden. In een pikdonkere Orangerie vergreep Hostile zich wat te vaak aan de back catalogue van Suicide om echt van een eigen muzikaal smoelwerk te kunnen spreken. Enkel bij vlagen sloeg de manische electropop wat gensters, met als enig echt memorabel moment het door Beth voorgedragen “Pricks”. Én producer, én platenbaas én performer? Een mens moet niet alles willen.

Binnenkort ook na te lezen (met foto's) op http://www.musiczine.net
Plaats reactie