ARNO (Vooruit, 21 februari 2013)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 307
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

ARNO (Vooruit, 21 februari 2013)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

ARNO, Vooruit, Gent, 21 februari 2013

'Arno schittert in zijn eigen show of life'

Noem om het even welk rock’n’roll cliché, en chanteur de charme ARNO heeft het meegemaakt. Wel, op ééntje na dan. Er schuilt immers teveel joie de vivre in de Oostendse Brusselaar om zoals verschillende van zijn Angelsaksische collega’s vroegtijdig onder de zoden te gaan liggen. "We're the best, we're better than the rest, we're ready for the show" klinkt het dan ook strijdvaardig op zijn recentste single “Show Of Life”. Ook op het bijhorende album ‘Future Vintage’ blijft het bijna 64-jarige enfant terrible van het betere chanson opvallend ambitieus. Niet alleen kampeerden hij en zijn compagnon de route Serge Feys in het hippe Bristol voor de laatste opnames van die plaat, tevens werd niemand minder dan de gevierde John Parish (producer van o.a. PJ Harvey, Eels, Sparklehorse en Giant Sand) aangetrokken om achter de mengtafel plaats te nemen.

Arno is en blijft echter een performer die je in levende lijve moet horen en zien. In Gent had men die boodschap alvast goed begrepen, want daar konden Arno en zijn metgezellen afgelopen donderdag rekenen op een uitverkochte Vooruit om een paar van hun nieuwe songs uit te proberen. Opener “We Want More” is zo één van die songs vanop ‘Future Vintage’ die onmiskenbaar de melancholische ondertoon van producer Parish draagt. Voeg daarbij een schuimbekkende Arno die nonchalant in zijn wilde grijze haren knijpt en danst als een gecastreerde stier, en je beseft al gauw dat dit optreden een grand cru wordt.
Een opvallend strak eerste concertkwartier werd volmaakt met een aantal oudjes. Op “Fantastique” kon de bluesman in Arno zich een eerste keer uitleven op harmonica, en ook de T.C. Matic evergreen “Que Pasa” blijft ruim drie decennia na datum even onheilspellend als bezwerend nazinderen. Wanneer Arno zich gaandeweg ontpopt tot een would-be stand-up comedian enkel gewapend met wat aangebrande onderbroekenhumor, een politieke sneer links en rechts en een mondje Gents steekt hij het publiek pas echt in zijn broekzak. Muzikaal zoekt en vindt hij daarbij de juiste contrasten tussen zacht en hard, en tussen uitbundigheid en introvertie. Zo wordt het nieuwe nummer “I Don’t Believe” laconiek opgedragen aan Bart De Wever, wat in een socialistisch bolwerk als Gent maar wat graag op massaal hoongelach werd onthaald. En passant laten Arno en zijn uitstekende band met gitarist Filip Wauters voorop de kans niet liggen om met een smerige grotestadsblues kraker als “Meet The Freaks” spreekwoordelijk de vloer aan te vegen met stadiumacts als The Black Keys en The White Stripes.
Dat de wilde jaren van muzikale en andere omzwervingen tussen pakweg Montreal via Parijs naar Brussel en omgekeerd hun tol beginnen eisen behoeft geen betoog. Om van de nood dan maar een deugd te maken grijpt Arno regelmatig naar een stoel om de De Grote Emoties te vertolken, maar nooit zonder een lach en een traan. “Lola, etc...” wordt opgedragen aan zijn ‘mémé met de dikke tetten’, zijn onvoorwaardelijke liefde voor de heimat ‘aan het zeitje’ zit helemaal vervat in Léo Ferré’s “Comme à Ostende”, en uiteraard is er die ultieme tearjerker “Les Yeux de ma Mère” die zelfs gerenommeerde ijskonijnen als Jan Becaus en Ivan De Vadder een traantje doen wegpinken.

Het enige minpunt aan een optreden van Arno is dat iedereen intussen weet welke oudjes de sjofele troubadour in het losse zwarte pak zal opdisselen tijdens la grande finale. Daar tegenover staat dat T.C. Matic één van de strafste groepen ooit was die dit landje heeft gebaard, waardoor “With You”, “Oh La La La” en “Putain Putain” wel voor eeuwig en altijd als een soort heilige drievuldigheid van Arno’s muzikale erfenis, en bij uitbreiding ons cultureel erfgoed, zullen aanzien worden.
De enige bisronde had alvast één grote verrassing in petto. “Les Filles du Bord de Mer” werd (althans voorlopig) afgevoerd ten voordele van een leuke ska versie van “Vive ma Liberté” en de clowneske act met de cymbalen tijdens de aangebrande reggae deun “Bathroom Singer”. Het waren de luchtige afsluiters van bijna twee uur cultureel verantwoord topentertainment door een rasperformer die tot ver over de landsgrenzen heen zijn gelijke niet kent.
Ook op zijn stilaan gezegende leeftijd schiet Arno’s kleintje nog redelijk verre. Precisie is hierbij niet aan de orde, wel de impact op de lachspieren en het gemoed.


Deze recensie is opgedragen aan Peter ‘Jim’ Impe (1970-2008). We’ll keep the flame alive!


Binnenkort ook na te lezen op http://www.musiczine.net
Plaats reactie