LOKERSE FEESTEN DAG 2 (30 juli 2011)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 306
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

LOKERSE FEESTEN DAG 2 (30 juli 2011)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

LOKERSE FEESTEN, dag 2, 30 juli 2011

De tweede festivaldag van de Lokerse Feesten werd op gang getrokken door DAAN (***). Het Lokerse publiek kreeg als aperitief een bloemlezing opgediend uit ‘Simple’, de muzikale director’s cut waarmee de immer creatieve Daan Stuyven op zoek gaat naar de naakte eenvoud van zijn eigen back catalogue en hiermee afgelopen winter zowat elk theater op Vlaamse bodem liet vollopen.
Tijdens de opvoering van ‘Simple’ dirigeert Stuyven een kamerorkest dat voorts nog bestaat uit klassiek geschoolde cellist Jean-François Assy en Daan’s trouwe sidekick Isolde Lasoen die allerhande percussie beroert. Dat de overstap van het intieme theater naar het woelige stadsfestival niet evident is hadden we op voorhand wel kunnen voorspellen; vooral tijdens de rustige nummers moest het trio optornen tegen het geroezemoes van de ongeïntereseerde meute, en het duurde tot het vakkundig vertimmerde en aan alle huisvrouwen opgedragen “Housewife” vooraleer Daan & co de verdiende aandacht kregen. Neil Young’s “A Man Needs A Maid” kreeg een fraaie croonerversie mee, en zoals de immer flamboyante Stuyven het zelf al aangaf ontwaarden we in de uitgeklede versie van “Icon” een mooie knipoog naar Dutronc’s “Il Est Cinq Heures, Paris S’éveille”. In de beste traditie van Sinatra & Hazelwood en Campbell & Lanegan sloten Daan en Lasoen de set in grandeur af met een kampvuurversie van “Swedish Designer Drugs”.

De voorste rijen kleurden vervolgens opvallend wit, rood en blauw toen ROGER DALTREY (****) ten tonele verscheen. Ruim 40 jaar na de originele release gaat de modfather dit jaar de boer op met ‘Tommy’, volgens de muzikale overlevering de eerste volwaardige rockopera en het album waarmee The Who in ’69 door de grote poort het rock pantheon kwam binnengestormd.
Het moet gezegd zijn, het ‘Roger Daltrey Performs The Who’s Tommy’ circus kwam in Lokeren maar wat traagjes op gang. Er waren weliswaar de lekkere opwarmertjes “I Can See For Miles” en “Pictures Of Lily” uit de begindagen van The Who, maar Daltrey sloeg vervolgens de bal redelijk mis door een aantal blues- en folksongs te coveren die voor de man een grote inspiratiebron hebben betekend maar voor het gros van het publiek verschrikkelijk overbodig leken. Een valse start noemen we zoiets, want toen na een klein halfuur dan eindelijk “Overture” van ‘Tommy’ weerklonk waren Daltrey & co plots wel bij de les. In een mini versie van de oorspronkelijke rockopera volgden de klassiekers nu in ijl tempo elkaar op: “1921”, “Amazing Journey”, “The Acid Queen”, “Pinball Wizard”, “Tommy Can You Hear Me”, “I’m Free” en het monumentale slotakkoord “We’re Not Gonna Take It” om er maar enkele te noemen. De meeste van deze nummers zijn uit de pen gevloeid van Daltrey’s legendarische sidekick Pete Townshend, die weliswaar zijn zegen gaf aan deze tour maar zijn plaats op het podium liet innemen door diens broer Simon. De fysieke gelijkenis en dito expressief gitaarspel, inclusief het legendarische molenwieken, maakten van Simon Townshend echter een meer dan waardige stand-in voor grote broer Pete. Zij-aan-zij met Daltrey, die zijn gekende kunstjes van het microfoonslingeren duidelijk nog niet verleerd was, werd de magie van The Who bij momenten zelfs akelig dicht benaderd.
Na de beknopte uitvoering van ‘Tommy’ volgde nog een heerlijk dessert met het onvermijdelijke “Behind Blue Eyes” en een laid back versie van “My Generation”, maar ook met minder bekende juweeltjes zoals “Going Mobile” en Mose Allison’s “Young Man Blues”. Met het meesterlijke slotopus “Baba O’Riley” bewees de 66-jarige Daltrey dat ondanks een fraaie cover versie van Pearl Jam enkel hij verantwoordelijk is voor de definitieve versie van dit nummer. De modfather beloofde bovendien om binnenkort opnieuw het kanaal over te steken voor de integrale versie van ‘Tommy’, maar als voorproefje kon dit bijna twee uur durend optreden wel tellen.

Ook de feitelijke afsluiter van de avond O.M.D. (**) viel te catalogeren als nostalgie, maar dan van het afgeborstelde en bij wijlen hopeloos gedateerde soort. De groep met roots in Liverpool liet zich in de begindagen als Orchestral Manoeuvres In The Dark nog inspireren door Joy Division en Kraftwerk, maar ging na een paar albums vol vernuftig in elkaar geknutselde synthpop dan toch plat op de buik voor een abonnement op Top Of The Pops en vluchtige hitparaderoem.
De hyperkinetische frontman Andrew McCluskey en diens statische kompaan van het eerste uur Paul Humphreys lieten er geen twijfel over bestaan: vanavond had de groep geen zin in al te veel experiment en zou het publiek op 18 singles worden getrakteerd. De vroegste hits “Enola Gay” en “Messages” staken helemaal voorin de set en kregen wat extra punch door het rauwe basspel van McCluskey. Heel even leken we op weg naar een heel genietbaar optreden, maar de groep viel al vlug uit haar rol toen er werd overgeschakeld naar gladgepolijste hitparadepop. Bovendien probeerde McCluskey zich te ontpoppen tot een vrouwvriendelijke volksmenner genre Bono of Jim Kerr, maar faalde pijnlijk in zijn opzet. Net op tijd herinnerde de groep zich dat ze medio 1981 met ‘Architecture & Morality’ een absolute klassieker heeft gebaard, en werd met “She’s Leaving”, “Souvenir”, “Joan Of Arc (Maid Of Orleans)” en “Joan Of Arc” het beste kwartier van de avond neergezet.
De groep sloot uiteindelijk af zoals ze waren begonnen: met een classic uit hun beginperiode. McCluskey ging nog één keer lekker loos op de bas tijdens een fel “Electricity”, en dankzij deze afsluiter kon de groep toch met enigszins opgeheven hoofd Lokeren verlaten.

Van magistraal (Daltrey) over meeslepend (Daan) tot matig (OMD): met de muzikale balans van de tweede dag Lokerse Feesten zat het wel snor.

Ook na te lezen op www.musiczine.net
Plaats reactie