DEFTONES (AB, 15 juni 2010)

Gebruikersavatar
Guess Who s Ozzy
Popstar
Berichten: 306
Lid geworden op: wo 13 feb 2008, 13:38
Locatie: Aarsele / Guess Who

DEFTONES (AB, 15 juni 2010)

Bericht door Guess Who s Ozzy »

DEFTONES, AB, Brussel, 15/06/2010

“Zelfverzekerde Deftones serveren withete alt.metal”

Beste muziekliefhebber, welke verschrikkelijke trauma’s heeft U mogelijks over gehouden aan de term ‘nu-metal’? De kans is groot dat het ego van Limp Bizkit frontman Fred Durst, de ontspoorde doedelzak van Korn opperhoofd Jonathan Davis of de hapklare raprock van Linkin Park in dit verband een belletje doen rinkelen. Ook de uit Sacramento, CA afkomstige DEFTONES leken heel even op weg om de zoveelste nu-metal act in rij te worden, maar sinds het verschijnen van hun mijlpaal en voorlopige magnum opus ‘White Pony’ in 2000 denken we daar heel anders over. Frontman Chino Moreno liet zich op dit album naar eigen zeggen inspireren door de zangstijl van PJ Harvey en evolueerde hierdoor van indrukwekkende brulboei tot meester in hard-zacht nuances. Deftones verheffen lawaai tot kunst, en draperen hun gitaarmuren bij gelegenheid met etherische soundscapes.
Moreno & co zijn nooit echt vrolijke jongens geweest, en daar kwam zeker geen verandering in toen twee jaar terug bassist Chi Cheng na een autocrash in een maandenlange coma belandde. Het album dat op dat moment bijna een feit was, met als werktitel ‘Eros’, werd prompt verbannen naar de kluizen. Deftones werkten met voormalig Quicksand bassist Sergio Vega hun tourverplichtingen af, wat hen vorige zomer o.a. op Pukkelpop bracht, en doken met Vega vervolgens de studio in voor de opnames van het vorige maand verschenen ‘Diamond Eyes’. Met dit nieuw werkstuk keren Deftones overtuigend terug van nooit echt weggeweest, en lijkt de groep nog steeds heel erg populair getuige de druk bezochte ruilkassa die de AB vlak voor de aftrap van dit uitverkochte optreden opende.

Het publiek kon zich geen betere opener wensen dan “Diamond Eyes”, titelnummer en tevens nieuwe single uit de jongste Deftones worp. Een aanzwellende synth intro van Frank Delgado, een kurkdroge riff van Stephen Carpenter, het akelig strakke ritme van tandem Sergio Vega en Abe Cunningham, en de melancholische zang links en rechts onderbroken door een manische oerschreeuw van Moreno: de nummers op het jongste album mogen dan al wat minder experimenteel dan vroeger klinken, aan het beproefde recept lijkt de groep weinig te hebben gesleuteld. De groep liet van meet af aan een heel ontspannen doch gretige indruk, en zoals steeds moest Moreno maar weinig moeite doen om alle aandacht naar zich toe te trekken. De ooit zo imposante frontman heeft intussen de nodige kilootjes verloren, en leek hierdoor -in alle betekenissen van het woord- scherper dan ooit te staan. Tussen zijn monitors staat gewoontegetrouw een voetbankje verscholen opgesteld van waarop Moreno het legioen Deftones aanhangers begroet, observeert en ophitst. Alsof dat laatste nog nodig was wanneer reeds vroeg in de set met “Feiticeira”, “Knife Party” en “Elite” drie klassiekers op rij uit het meesterlijke ‘White Pony’ gloeiend heet werden opgediend. De songs kregen bovendien nog wat extra dimensie door sobere spooky visuals.
Na een vlammende start namen Moreno & co wat gas terug met het epische “You’ve Seen The Butcher” en vooral met “Sextape”, een luchtig doch bloedmooi popnummer waar ook Faith No More vroeger meer dan eens mee weggekomen is. Wat er ons meteen ook deed aan herinneren dat, net als Mike Patton, ook Chino Moreno over een indrukwekkend breed stembereik beschikt dat zowel fluisterend, croonend als schreeuwend onder je vel kruipt. Geen wonder dus dat Moreno’s strot nu en dan wel een slokje kruidenthee kon gebruiken, zeker als je er vervolgens ook nog een heerlijk oudje als “Minerva” moet uitpersen. Zelfverzekerd en zichtbaar genietend van de publieksrespons wisselde de groep dergelijke oudjes af met het nieuwe werk waarvan wij vooral het heerlijk dreigende “Prince” en een alweer opvallend melodieus “Beauty School” onthouden.
De finale werd ingezet met een trits nummers uit het doorbraakalbum ‘Around The Fur’ (1997); voor zover dat nog niet gebeurt was veerden nu ook de oudere fans recht op de tonen van “Be Quiet And Drive (Far Away)”, “Around The Fur” en het onvermijdelijke “My Own Summer (Shove It)”. De kers op de taart kwam er met alweer twee prijsbeesten uit ‘White Pony’. Ook zonder het gigantische strot van Tool’s James Maynard Keenan blijft “Passenger” moeiteloos overeind, en met “Change (In The House Of Flies)” hebben ook de Deftones na twee decennia zwoegen hun eigen “Stairway To Heaven” te pakken.

Na een zowel voor groep als publiek uitputtende set kwamen de Californiërs nog één keer de neus aan het venster steken met twee nummers die vooral de fans van het eerste uur moesten plezieren. “Root” is een korte en felle crossover eruptie daterend uit de tijd dat Deftones nog druk op zoek waren naar een eigen muzikale identiteit, en pronkt op het debuut ‘Adrenaline’ uit ’95. Uit datzelfde debuut werd “7 Words” als slotakkoord en als broederlijke steunbetuiging aan de inmiddels langzaam revaliderende bassist Cheng geserveerd.
“Was dit dan een perfect optreden?” hoor ik U dan denken. Wel, we moeten hard ons best doen om daar iets tegen in te brengen. Geen nummers uit het ferm onderschatte vorige album ‘Saturday Night Wrist’, en dus ook geen “Hole In The Earth” of “Cherry Waves”? Teveel pauzes tussen de nummers? Nee, onbelangrijke zaken laten we liever aan de politiek over. We zijn al dik tevreden dat Deftones met verve hun derde decennium als alt.metal pioniers lijken in te gaan.

Binnenkort ook na te lezen op http://www.musiczine.net
Plaats reactie